MENNO VON BRUCKEN FOCK

GENTE GIANT - OCTOPUS, Het Monument in iO Pages

GENTLE GIANT - OCTOPUS

De broers Shulman met drummer Martin Smith besloten in 1969 Simon Dupree And The Big Sound op te heffen. Begin 1970 werd Gentle Giant geboren toen de muzikaal hoog opgeleide Kerry Minnear (toetsen, cello, vibrafoon, zang) en Gary Green (leadgitaar, fluit) in beeld kwamen. Een enorme creatieve uitbarsting volgde en in twee jaar tijd nam de band maar liefst vier albums op. Octopus was het vierde studioalbum van deze Britse groep, dat in 1972 verscheen als lp. Dit album zou een om meer dan één reden een uiterst belangrijk moment blijken te zijn in de (slechts) tienjarige geschiedenis van deze pioniers in progressieve rock.

Voordat GG het album Octopus in eigen land ging promoten als support-act voor Groundhogs, ging de groep voor het eerst naar de VS om daar het voorgaande album Three Friends te gaan promoten, nota bene als support voor Black Sabbath. De stijlen van beide bands sloten totaal niet op elkaar aan en Derek Shulman herinnerde zich dat de band tijdens het optreden in de Hollywood Bowl in Los Angeles door Sabbath-fans werd uitgejouwd. Er werd ook nog vuurwerk op het podium gegooid: daarop werd het optreden aldaar vroegtijdig afgesloten. Octopus zou er evenwel voor zorgen dat de band ook in de VS zou doorbreken mede doordat Ian Anderson de band kort daarna vroeg om mee te gaan naar de VS als voorprogramma van Jethro Tull.

Voor de hoes werd het ontwerp van George Underwood afgewezen maar de keuze viel op een ontwerp van de Roger Dean. Dit ontwerp is nu weer volop in de belangstelling omdat Dean van het originele kunstwerk een beperkt aantal zeefdrukken heeft laten maken. Voor de Amerikaanse markt werd een ontwerp van Charles White door de platenmaatschappij geprefereerd. Deze keuze, het tegenvallende succes in de VS en het feit dat Octopus in de VS door Columbia pas maanden later in 1973 werd uitgebracht waren voor muzikaal leider Phil Shulman, tien jaar ouder dan zijn broers Ray en Derek, redenen om zijn ontslag in te dienen. Hij zou zich vervolgens geheel uit de muziek terugtrekken.

Octopus was het laatste album voor het beroemde label Vertigo. De overstap naar de door Black Sabbath opgerichte maatschappij World Wide Artists (WWA) zou echter een financieel debacle voor GG worden. Het zelf geproduceerde album werd opgenomen in de Advision studio’s en daar was de band reeds eerder. Derek herinnert zich de studiotijd als een bijzonder prettige, hetgeen voor GG een ongebruikelijke ervaring was.

Voorjaar 1972 kreeg drummer Malcolm Mortimore, die Martin Smith voor het album Three Friends had vervangen, een motorongeluk en zo kwam John ‘Pugwash’ Weathers in de band.  Zijn bijdragen waren van dien aard dat hij ook tot het einde toe gebleven is. De titel Octopus werd bedacht Roberta ‘Bobbi’ Shulman, de echtgenote van Phil, als woordspeling op octo opus ('acht werken'), aangezien er acht composities op de plaat staan. Oorspronkelijk zouden er nummers worden geschreven over ieder van de zes bandleden afzonderlijk, één voor de roadies en één voor de gehele band, maar dat idee werd losgelaten, al is het plan om acht songs op te nemen wel behouden gebleven.

De eerste track The Advent Of Panurge is qua tekst gebaseerd op werken van François Rabelais. Panurge wordt het maatje van reus Pantagruel. De op Middeleeuwse leest geschoeide meerstemmige stemmige zang wordt doorgetrokken in delen van de muziek waarbij instrumenten als trompet een zangstem vervangen. De rockelementen, meerstemmige zang en continue switchen van maatsoort zijn elementen die kenmerkend voor GG zijn. Raconteur Troubadour met zang van Derek is een zachtaardig liedje met mogelijk ook zijn oorsprong in de volksmuziek. Een niet alledaagse zanglijn en een adembenemend mooi tussenstukje, gedragen door orgel en viool, maken dit nummer tot een juweeltje. A Cry For Everyone is tekstueel geïnspireerd door de boeken en het leven van Albert Camus. Deze song heeft veel meer rockelementen en krachtige zang van Derek. Bijzonder is het knappe loopje op orgel dat even later op de noot wordt nagespeeld door Green op gitaar. Het toetsenspel van Minnear is ook in deze track onnavolgbaar knap en er is een solospot voor de Moog. Het nummer Knots is geïnspireerd op het boek Knots van de Schotse psychiater R. D. Laing. A capella meerstemmige en tevens deels tegendraadse zang vormt een belangrijk onderdeel van deze track. Tevens is hier Weathers te horen op xylofoon. The Boys In The Band opent met een aanstekelijke lach van de in 2011 overleden geluidstechnicus Martin Rushent en het spinnen van een munt op een tafel. Ultieme instrumentale prog met invloeden uit jazzmuziek en een heerlijke baslijn van Ray Shulman. Dog's Life wordt gekenmerkt door akoestisch gitaarspel van Ray Shulman, een belangrijke rol voor de viool en de warme rustige stem van Phil. Verder een wat oubollige haast jazzy signatuur die met het vertrek van Phil haast volledig tot het verleden zou gaan behoren. De etherische stem van Kerry Minnear draagt ’s mans eigen compositie met een belangrijk aandeel van zijn piano en bijdragen van drums en bas, later ook van orgel en trompet. Het indrukwekkende sluitstuk is River waarin de compositorische hand van Ray Shulman te herkennen is met ‘moeilijke’ melodielijnen en atonale karakteristiek.

 

Recentelijk heeft Steven Wilson vijf van de acht composities (en een live bonustrack) gemixt, ook voor surround geluid, de overige, vanwege het ontbreken van de mastertapes, zijn voor surround geschikt gemaakt via Penteo upmix software. Mooi dat met de band Three Friends, de GORGG meetings en dit soort prachtige heruitgaven de herinnering aan deze fantastische band in ere wordt gehouden.