MENNO VON BRUCKEN FOCK

KALLE WALLNER, Liquid

KALLE WALLNER (BLIND EGO)
zondag, januari 8, 2017
BLIND EGO, 2017 (NL)

Kalle Wallner, de gitarist van RPWL en Blind Ego, is al weer bijna twintig jaar actief in de muziek. Eind 2016 bracht hij met Liquid een verbluffend goed derde album uit met Blind Ego. Zeker nu de band weer enkele concerten geeft en daarbij ook Nederland aandoet, ligt het voor de hand naar Wallners achtergrond te informeren.

Kalle, waarom zit er maar liefst zeven jaar tussen de albums Numb en Liquid?

"Hoe snel de tijd verstrijkt blijft me telkens verbazen! Ik heb de laatste jaren allerminst stil gezeten. De maar liefst zes albums van RPWL en de oprichting van onze eigen platenmaatschappij Gentle Art Of Music heeft erg veel tijd gekost. We hebben in die zeven jaren vijftien artiesten gecontracteerd en vijftig albums uitgebracht en dat is echt heel veel! Daarbij kwam nog het werk in onze opnamestudio en betrokkenheid bij diverse andere muzikale projecten. Geen wonder dat Liquid van Blind Ego telkens op de lange baan werd geschoven. Ik had domweg niet één aaneensluitende periode van drie tot vier weken om tot een afronding te komen en daarbij had ik ook niet de juiste omstandigheden om de songs af te ronden. Sommige waren dus al zeven jaar oud!"

Toen je met Blind Ego begon, zou je gezegd hebben dat 'Ego' voortkwam uit het verlangen om geheel ‘alleen’ iets te doen vanuit een persoonlijke omgeving en dat 'Blind’ betekende dat je helemaal opging in het werken aan dat materiaal. Is dat zo en wat zijn de doelen die jij je gesteld hebt met betrekking tot Blind Ego?

"Een van mijn lievelingsnummers uit de oude doos met mijn eerste band Violet District is Ego (The Hiddened One) van het eerste album Terminal Breath. Ik wilde Ego in de naam verwerken als een soort eerbetoon aan die periode, maar ik realiseerde me dat Ego alleen wat karig is. De combinatie met Blind geeft heel goed weer dat dit mijn soloproject is waarbij ik centraal sta. Ik werk immers al twintig jaar samen met Yogi Lang en Blind Ego geeft me de kans om alles zelf te doen, alle artistieke vrijheid te nemen inclusief het schrijven van de teksten. De uitstekende kritieken die Liquid kreeg zijn natuurlijk een enorme opsteker en na de tour in januari 2017 is mijn streven meer concerten te geven en liefst ook op festivals te spelen. Het volgende album zal in elk geval geen zeven jaar op zich laten wachten!"

De bezetting verschilt nogal van die op de twee voorgaande albums. Is dat een bewuste keuze en waarom juist deze muzikanten?

"Op Mirror (2007) waren John Mitchell (Arena), John Jowitt en Paul Wrightson te horen, drie bekende muikanten uit Engeland. Op Numb (2009) was Blind Ego al bijna een band, maar ik wilde me niet vastleggen door het formeren van een band en de tijd was rijp om weer met andere muzikanten samen te werken. Juist die vrijheid en de mogelijkheid om met allerlei uitstekende muzikanten te kunnen werken, is zo aantrekkelijk in Blind Ego. Michael Schwager is gewoon een fantastische drummer en hij was het die me door de jaren heen steeds weer motiveerde om met dit album te komen. Voor de baspartijen had ik de luxe om met twee grootheden te werken: Sebastian Harnack (Sylvan) is één van mijn beste vrienden en ook Ralf Schwager (Subsignal) ken ik al heel lang en vind ik een van de meest aansprekende bassisten. Keiko Jung (Panzerballet) kwam in beeld voor het instrumentale stuk omdat zijn speelse stijl zich juist daar uitstekend voor leende. Voor de zang had ik eigenlijk geen duidelijke ideeën op voorhand, maar tijdens de productie merkte ik al dat de gemaakte keuzen het album een extra dimensie mee zou geven."

Is de keuze om drie zangers in te zetten mede beïnvloed door die lange tijdspanne? 

"Nee, die lange interval speelde geen rol, want uiteindelijk heb ik toen alle songs klaar waren het album in zes maanden geproduceerd. Zanger Arno Menses wilde ik absoluut op dit album hebben. Wij kennen elkaar sinds onze samenwerking op het Subsignal-album Touchstones. Een ongelooflijk goede zanger en wat een type zeg! Wat hadden we een lol in de studio en de single Blackened was nooit een succes geweest zonder zijn stem! Voor sommige songs zocht ik meer naar een echte rock- en metalzanger en Michael Schwager kwam met de suggestie om Erik Blomkvist te vragen. Die kende hij weer van hun samenwerking bij Dreamscape. Erik overtuigde meteen en hij had precies de stem die ik zocht, iemand die onvoorstelbaar veel energie kan produceren. Voor de laatste track Speak The Truth was ik er in een vroeg stadium uit dat ik daarvoor Aaron Brooks wilde vragen die ik van zijn band Simeon Soul Charger uiteraard goed kende. Aarons heel bijzondere timbre kan je ongelooflijk emotioneel raken! Ik ben echt heel content met alle drie de zangers want die hebben meer dan voortreffelijk gepresteerd!"

Niet alleen de drie stemmen, maar ook de grote diversiteit aan gitaargeluiden draagt bij aan de variatie op dit album: ook een bewuste keuze of meer toeval?

"Dat is een zeer bewuste keuze geweest. Ik ben absoluut geen fan van steeds hetzelfde gitaargeluid en ik vind het heel leuk om te experimenteren met effecten, versterkers en boxen om uit te pluizen wat ik bij welke song het beste vind passen. Alles wat ik in de studio heb om die verscheidenheid aan geluiden te produceren is hier ook van stal gehaald."

In het nummer Not Going Away meen ik een riff van de band Eloy te herkennen. Wat is hierop je commentaar en welke artiesten hebben jou zoal beïnvloed als componist en gitarist?

"Dat moet toeval zijn, want ik heb nog nooit een song van Eloy gehoord! Ik ben opgegroeid in de jaren tachtig met hardrock en heavy metal en heb zo’n beetje alles van Deep Purple, Iron Maiden, Metallica, Motörhead en Queen gehoord. De eerste band met een progressieve signatuur die ik ontdekte was Rush. Ik heb me nooit zo met stijlen beziggehouden. Het is heel simpel: iets bevalt me of het bevalt me niet. Ik luister naar van alles van pop, jazz en klassiek tot rock, maar ik geef toe dat de hardere muziek me in het algemeen meer raakt. Ik heb geen duidelijke iconen, maar gitaristen die een mooie melodie spelen spreken mij veel meer aan dan gitaristen die snelheidsrecords willen vestigen."

Terwijl je aan Liquid aan het werken was, werkte je met Yogi Lang ook aan een prestigieus Pink Floyd project voor RPWL. Dat betekende dat jullie terug in de tijd moesten naar eind jaren zestig. Hoe was dat?

"Ja, dat klopt. Nu ben ik wel gewend om aan meer dingen tegelijk te werken, maar dit project was van meet af aan gepland als livepresentatie, niet als studioproject. Het was dus volstrekt anders dan we gewend waren. Door de grote stukken improvisatie extreem uitdagend, maar ook bevredigend tegelijkertijd."

Heeft The Man And His Journey iets te maken met het feit dat RPWL ooit als Pink Floyd coverband begon?

"Eigenlijk niet. Maar ik herinner me wel dat tot de songs die we bij het eerste RPWL-optreden in 1996 speelden, ook delen van deze Man And His Journey behoorden. Sindsdien hebben we steeds in ons achterhoofd gehouden dat het geweldig zou zijn om ooit die gehele show te spelen. Uiteindelijk is dat er eind 2015 van gekomen, maar dat we de show in Helmond toch nog op dvd hebben kunnen uitbrengen was een onverwacht genoegen. Nu is dat hoofdstuk afgesloten en ik kan verklappen dat we dit jaar serieus aan een nieuw RPWL album gaan werken."

Je bent nu al ruim twintig jaar actief in de muziek. Wanneer en waar heb je gitaar leren spelen en hoe kies je je geluiden en effecten?

"Als kind wilde ik drummer worden, maar dat gebeurde niet omdat dat teveel herrie maakte en te duur was. Gitaar was mijn tweede keus dus toen ik acht jaar oud was, ben ik begonnen met klassiek gitaaronderwijs. Op mijn tiende bezocht ik mijn neef in Wenen die een elektrische gitaar bezat. Sindsdien had ik het thuis over niets anders meer, totdat mijn ouders uiteindelijk toestemden. Op mijn elfde had ik mijn eerste bandje en sindsdien heb ik steeds in bands gespeeld die eigen materiaal speelden. Op mijn negentiende nam ik bij Yogi Lang mijn eerste album op met Violet District. Op mijn twintigste besloot ik te stoppen met mijn studie elektrische gitaar in München en me volledig op muziek te gaan concentreren. Voor wat betreft het geluid: dat is een heel natuurlijke ontwikkeling geweest, nergens bewust gestuurd. Ondanks het feit dat ik best veel verschillende instrumenten en apparatuur heb, zeggen mensen altijd tegen me dat het als Kalle Wallner klinkt."

In vroeger tijden beperkten platenmaatschappijen vaak de artistieke vrijheid en legden druk op artiesten om de door hun gewenste muzikale richting in te slaan. Vandaag de dag nemen veel artiesten zelf op, maar daar zitten ook financiële consequenties aan. Hoe voorzie jij in je levensonderhoud, want ik kan mij niet voorstellen dat RPWL en Blind Ego daarvoor toereikend zijn?

"Een belangrijke stap in dat opzicht was de oprichting van het Gentle Art Of Music-label. Niet alleen voor onszelf maar ook voor bands als Sylvan, Panzerballet en Subsignal een ‘thuis’. Het betekent wel dat ik nogal eens de gitaar moeten laten staan ten faveure van de schijftafel, maar dat heb ik er graag voor over want het betekent zowel voor de bands die wij gecontracteerd hebben als voor ons een manier om te overleven. Daarnaast hebben Yogi en ik een geluidsstudio in huis, waarin wij veel projecten produceren. Zo heeft Yogi onlangs de laatste drie Ray Wilson-albums gemixt."

Wat zijn de meest opvallende veranderingen in de muziekindustrie sinds jij professioneel muzikant bent geworden?

"Respect! Oudere muziekliefhebbers hebben dat nog en zijn bereid om voor muziek te betalen. Voor de jonge generatie is muziek veel meer een bijzaak geworden, iets wat je voor niets hoort te krijgen en het enige waaraan ze wat uit willen geven zijn concerten en festivals. Het streamen zal ontegenzeggelijk voor veel bands het einde betekenen. Ook al zou er voor streamen worden betaald, dan nog gaat het grootste deel van de revenuen naar de platenmaatschappij of naar platforms als Spotify of Apple. De vooruitzichten voor jonge muzikanten om vandaag de dag hun brood in de muziek te gaan verdienen zijn volgens mij meer dan somber."

Nummers als Tears And Laughter of Hear My Voice Out There hebben de potentie om  airplay te krijgen. Is dat een doel wat je jezelf met Blind Ego gesteld hebt?

"Ja, we hebben met Blackened een poging gedaan om die op de radio te krijgen en ten dele is dat aardig gelukt vooral in Engeland. Mijn muziek heeft echter weinig met popmuziek te maken, zoals we die van de commerciële zenders kennen. Maar, er wordt aan gewerkt!"

Stel dat Liquid een doorslaand succes zou worden, overweeg je dan om Blind Ego als je hoogste prioriteit te gaan beschouwen?

"Oei dat is een lastige vraag… als ik twee kinderen gehad zou hebben, zou ik ook niet kunnen zeggen aan welke van de twee ik de voorkeur geef!"

Heb je alle songteksten zelf geschreven en zo ja waar heb je kennis van de Engelse taal vandaan?

"Voor het eerste album heb ik zelf alles geschreven, maar ik had vanzelfsprekend wel een lector ter beschikking voor de eindcontrole. Voor Liquid had ik in Dominik Aigner een co-auteur die al mijn teksten, die voor zo’n 70 procent al klaar waren, verder af heeft geschreven. Hij heeft mij ook geholpen met de correcties. Zonder zijn inbreng zou het album waarschijnlijk vandaag nog niet klaar geweest zijn! Ik heb zowel op school als tijdens mijn studie Engels onderwijs genoten. Beroepsmatig spreek en schrijf ik de helft van de tijd in het Engels en ook dat heeft geholpen."

Kun je als laatste kort commentaar geven op alle tracks? Zaken als inspiratiebron(nen), grappige voorvallen tijdens de opnamen of een speciale betekenis die een nummer voor jou heeft?

"Toen A Place In The Sun klaar was, wist ik dat ik feitelijk het hele album al bijna af had. Elk album kent een of enkele centrale songs en dit was er voor mij een van. Blackened  was in de oorspronkelijke versie ruim twaalf minuten lang en daar had ik me bijna aan vertild: te veel stukjes en veel te gecompliceerd. Ik besloot alle onevenwichtige stukjes te schrappen en ik ben maar wat blij met het resultaat! Ik hou erg van de energie die What If uitstraalt, zonder twijfel een van de ‘rockigste’ nummers die ik ooit schreef. Zoals vrijwel bij alle nummers die Erik zingt, moest ik de toonhoogte naar boven bijstellen, zodat Eriks stem volledig tot zijn recht zou komen. Not Going Away is het meest recente stuk op Liquid en de tekst was eigenlijk bedoeld voor een song van RPWL, maar in plaats daarvan heb ik er andere muziek bijgeschreven. Toen Arno met de koortjes bezig ging, viel ik haast van m’n stoel! Bij Never Escape The Storm zorgen de akoestische gitaren aan het begin voor wat ontspanning, zeker in relatie tot het hele album. Deze track, met alle dynamische wendingen, komt waarschijnlijk het dichts bij RPWL. Tears And Laughter is de oudste track op Liquid, waarvan ik eerst dacht dat het een geschikte single zou zijn. Supermooi refrein en eigenlijk meer een alternatieve rock song als prog. Uiteindelijk leek mij Blackened toch een meer geschikte keuze. Hear My Voice Out There is met 190 BPM de snelste song die ik ooit schreef. Helse vocalen van Erik die meteen uitnodigen tot headbangen! Ik verheug me er op dit nummer live te gaan spelen. Quiet Anger is voor mij het meest speelse en proggy nummer op dit album. Traditiegetrouw staat er een instrumentale track op en in dit geval verbaast Heiko Jung met zijn briljante techniek en zijn spetterende bas solo. Die laatste was overigens niet gepland, maar tijdens de opnamen ontstond het idee en Heiko heeft weergaloos gespeeld! Speak The Truth is een heel emotioneel liedje dat ik op mijn akoestische gitaar in één nacht schreef. Ik twijfelde eerst of dit nummer geschikt zou zijn om te worden toegevoegd, maar juist de zang van Aaron zorgt voor een prachtige emotionele finale!"

Discografie:

Blind Ego (2007)

Numb (2009)

Liquid (2016)