MENNO VON BRUCKEN FOCK

The Studio Albums (1974-1981), heruitgave

Artiest / Band: 
SATIN WHALE (2023)
SATIN WHALE - The Studio Albums 1974-1981

Satin Whale was een innovatief kwartet dat begin jaren zeventig werd opgericht in de regio Keulen. De band bestond uit Thomas Brück (bas, zang), Gerard Dellmann (keyboards), Dieter Roesberg (gitaar, sax, fluit, zang) en Horst Schöffgen (drums). Het eerste album Desert Places dateert uit 1974 en bevat slechts vijf nummers. Daarin zijn elementen van bands als Jethro Tull, in de titeltrack, en Focus herkenbaar, maar de duetten tussen gitaar en toetsen en de vele tempowisselingen doen ook denken aan bijvoorbeeld Anyone’s Daughter, Grobschnitt en vanwege de onmiskenbare jazzinvloeden ook aan Kraan.

Op het tweede album Lost Mankind uit 1975 lijkt het bandgeluid iets op te schuiven naar bijvoorbeeld Solution door gebruik van de fluit en de saxofoon, maar door de belangrijke rol van gitaar en orgel lijkt de muziek ook geregeld op die van Novalis, Ramses en Eloy. Drummer Wolfgang Hieronymi heeft dan inmiddels Schöffgen vervangen. Het album bevat heerlijke, oude symfo met veel instrumentale passages vervat in acht nummers. Als je naar deze muziek luistert, kun je je met recht afvragen waarom deze band bijvoorbeeld in Nederland niet meer aandacht heeft gekregen. De instrumentalisten zijn stuk voor stuk uitstekende musici en ook de Engelstalige zang is beslist niet verkeerd.

De derde langspeler is As A Keepsake uit 1978 en bevat negen tracks, goed voor 44 minuten muziek. De nummers zijn wat korter en naast orgel zijn nu ook – voor die tijd – moderne keyboards te horen. Met een knipoogje naar Camel en Eloy schuift de muziek een beetje op naar een wat commerciëler en radiovriendelijker geluid.

Het vierde album heet A Whale Of A Time en bevat tien nummers met opnieuw een speelduur van ongeveer drie kwartier. De zang van bassist Brück klinkt hier wat geforceerd en minder vast dan op vorige albums. De muziek blijft echter zeer symfonisch en vloeiend, zij het met minder duetten, minder tempowisselingen en meer zang. De muziek is dus weer een beetje opgeschoven naar symfopop, maar is nog alleszins de moeite waard.

Op de vijfde plaat Don’t Stop The Show uit 1981 wordt de trend van progressief naar meer mainstream voortgezet. Het album bevat negen nummers met een totale speelduur van niet meer dan veertig minuten. De muziek gaat nu in de richting van een band als Jane: kortere nummers, meer rechttoe rechtaan en minder progressieve karakteristieken. De muziek neigt ook wat naar Yes met Trevor Rabin.

In 1979 bracht Satin Whale Die Faust In Der Tasche uit, een album  met filmmuziek, dat helaas niet is opgenomen in deze uitgave. In tegenstelling tot de eerder op cd uitgebrachte individuele albums, is het boekje van deze studioalbums erg summier. Daarvoor had wel wat meer aandacht mogen zijn. Liefhebbers van jaren zeventig prog en symfo zouden mijns inziens deze vijf albums in hun collectie moeten hebben en deze uitgave biedt daarvoor een uitgelezen kans!