In Swinburne, Australië besloten twee studenten grafische vormgeving eind jaren zestig een band op te richten. Dat waren gitarist Brendan Mason en bassist Kerry McKenna. Zij ontmoetten de van origine Nederlandse drummer Jacobus ‘Jack’ Kreemers en zanger Mick Fettes. Kreemers kende toetsenist John McKinnon en als een soort van zesde bandlid was ‘Drak’ er altijd bij als roadie en art-director. Zij noemden de band Madder Lake.
Het debuutalbum Stillpoint kreeg destijds amper aandacht buiten Australië, maar het is in 2008 met een fors aantal bonustracks opnieuw uitgebracht op cd. De band bracht nog een tweede album uit, maar dat was al een stuk commerciëler en voor liefhebbers van progressieve muziek minder interessant. Dat geldt ook voor de kortere bonustracks die de band produceerde met de bedoeling radiovriendelijker te zijn om daarmee de platenmaatschappij tevreden te stellen. Stillpoint bevat de track Salmon Song dat met ruim acht minuten de langste, en naar mijn smaak ook de beste track is, omdat er nagenoeg niet op wordt gezongen. Het is een combinatie van prog en blues. De stem van Fettes is rauw en best wel uniek, maar past beter bij bluesrock dan bij prog. Dat komt ook duidelijk naar voren in de drie overwegend bluesrock getinte tracks. De single Goodbye Lollipop is stevig, maar heeft een lief meezingrefreintje en pittig orgelspel. Een heerlijke, swingende song met gitaar en ook wat synthklanken wordt gevolgd door de bekendste meezinger van de band. Dat was live altijd een succes, vandaar dat ook de langere live-uitvoering op de cd-versie is toegevoegd. Behalve het meezingrefrein lijkt de muziek op een rockversie van The Israelites van Desmond Dekker uit 1968. Na de wat meer rockgetinte Bumper Bar Song volgen enkele bonustracks die radiovriendelijker zijn alsmede diverse livetracks die duidelijk meer richting bluesrock gaan. De laatste bonustrack is een progressieve hardrocktrack met een sturend orgel.